Overgangsregeling lijfrentepolissen
Lijfrentepolissen
waarvoor na 1 januari 2001 geen premies meer betaald worden (bijvoorbeeld
koopsompolissen) worden volledig gerespecteerd. Lijfrentepolissen tussen
natuurlijke personen die al bestonden op 14 september 1999 worden tot 1 januari
2021 volledig gerespecteerd. Lijfrentepolissen die al bestonden op 14 september
1999, die daarna niet gewijzigd zijn en waarvan de premiebetaling per jaar
minder bedraagt dan 2.273 euro vallen in box 1. Bedraagt het niet-aftrekbare
premiebedrag meer dan 2.269 euro, dan valt het meerdere in box 3. Voor overige
lopende polissen geldt dat de premie die na 1 januari 2001 betaald wordt,
alleen aftrekbaar is als aan de nieuwe eisen voldaan is.
De waardeaangroei van de
polis tot en met 31 december 2000 valt in box 1, de waardeaangroei daarna valt
in box 3. Als de polis tot uitkering komt, wordt het gedeelte dat tot en met 31
december 2000 is opgebouwd is, belast in box 1. De resterende uitkering is
belastingvrij omdat daarover al jaarlijks 1,2% vermogensrendementsheffing
verschuldigd was.
Lijfrente-uitkeringen uit premies die voor 14 september 1999 betaald zijn
worden verder alleen belast als de uitkeringen de koopsom van de betreffende
polis te boven gaan. Desgewenst kan over de renteaangroei ook direct worden
afgerekend tegen het bijzondere tarief van 45%, waarna de polis in box 3
terechtkomt. Over de rente op premies die op of na 14 september 1999 betaald
zijn, moest per 1 januari 2000 verplicht afgerekend worden.
Voor 2001 een 2002 geldt
overigens een overgangsregeling waardoor de termijn voor terugwenteling van
deze premies verlengd wordt tot een jaar (dit in verband met de verplichte
opgave van de pensioenaangroei door pensioenfondsen).
Wilt u meer aftrekken dan de basisaftrek, dan dient u aan te tonen dat u een
pensioentekort heeft.